Gemeentehuis Hilversum stichting of BV

Stichting of BV?

Stichting of BV?

Wie iets nuttigs wil doen voor mensheid of aardbol, is al snel geneigd om een stichting op te richten. Dat is niet zo vreemd, want de stichting is al eeuwen de rechtsvorm die daarvoor bedoeld is.

Wat minder mensen weten, is dat de stichting is uitgevonden door de Arabieren. Zij hadden, lang voordat wij de stichting kenden, al de Waqf. Letterlijk betekent dit woord iets als stilstand. De Arabieren (die gemiddeld in langere tijdslijnen denken dan wij) wilden hiermee aangeven dat het ging om kapitaal dat niet van ouder op kind overging, of van leider op leider. Waqfs waren zakken met geld die bedoeld waren voor armen of wezen; spaarpotten met een doel in plaats van een eigenaar.

Doelvermogen, geen eigenaar

Zo is het ook met de stichting: dit is een doelvermogen, en er is geen eigenaar. Toch gebeurt het regelmatig dat iemand zich eigenaar noemt van een stichting. Meestal betreft dat de oprichter of investeerder. Maar volgens de wet zijn zij uitsluitend bestuurder of crediteur. Ze kunnen geen aanspraak maken op hetgeen er aan vermogen in de stichting groeit; een lening moet terugbetaald, maar winst mag niet uitgekeerd worden. Alle winst moet worden aangewend voor het in de statuten omschreven doel. Uiteraard kun je dan met creativiteit toch veel bereiken; zo mag het doel natuurlijk best het collegegeld aan ivy-league universiteiten van het complete nageslacht van een bepaalde persoon zijn. Dat scheelt erfbelasting en voorkomt verkwanseling; in die zin heeft de stichting veel voordelen. Ook bedrijven als IKEA hebben wat dit betreft inmiddels de Nederlandse stichting ontdekt.

Ex-bestuurders buiten spel en niet-ontvankelijkheid

Toch heeft de stichting juist voor mensen die goede doelen nastreven, ook nadelen. Waar het vermogen voor bedoeld is, staat namelijk wel in de statuten beschreven, maar vaak nogal summier. Zo staat er bijvoorbeeld “wereldwijde bescherming van de natuur.” Geen spelt tussen te krijgen, zou je denken, maar wat er niet bij staat, is welke middelen daartoe mogen worden ingezet. Oprichters/bestuurders die zijn uitgetreden, hebben niets meer in te brengen en komen dus nog weleens in conflict met opvolgend bestuurders. Dit kan dus een van de redenen zijn om toch maar voor een BV te kiezen, waar je als gepensioneerde aandeelhouder wel inspraak behoudt. Ook kan het gebeuren dat een stichting bij de rechter niet-ontvankelijk wordt verklaard omdat het doel veel te breed omschreven is, of omdat er niet in de statuten staat dat er ook ten behoeve van dit doel geprocedeerd mag worden.

Stichting met extra waarborgen en ANBI

Dit zijn problemen dat op zich te ondervangen zijn. Zo kan men doel en toegestane middelen veel uitgebreider in de statuten opnemen. Men kan een orgaan creëren dat toezicht houdt op het bestuur, alwaar oprichters een plaatsje krijgen. Of men houdt expres bepaalde rechten, zoals de intellectuele eigendom, buiten een stichting. Zo kan via de licentieovereenkomst toch nog invloed uitgeoefend worden. Stichtingen die een ANBI-status ambiëren om op die manier geld in te zamelen, zullen sowieso aanvullende waarborgen moeten opnemen in de statuten. Die ANBI-status geeft belastingvoordelen bij het verzamelen van vermogen, ten behoeve van het goede doel. Om te borgen dat het geld dan ook daadwerkelijk aan dat doel ten goede komt, stelt de fiscus terecht allerlei eisen, om te voorkomen dat de belastingvoordelen toch naar de bestuurders in privé vloeien. Die eisen kunnen echter ook knellen; vaak worden onbezoldigde bestuurders aangesteld in een ANBI-stichting die, omdat ze nu eenmaal niet betaald worden, het vrijwillig erbij doen. Dat levert problemen op in een stichting die dermate groot is, dat actieve en degelijke aansturing vanuit het bestuur noodzakelijk is. Daar zijn allerlei oplossingen voor te bedenken, zoals een Raad van Toezicht die onbezoldigd het salaris van de wel betaalde bestuurders vaststelt. Belangrijk is in elk geval dat ook een stichting bij voorkeur niet wordt opgericht met een model dat iemand nog had liggen, maar dat er een op maat gesneden governance structuur ontworpen wordt.

Financiële middelen? Toch een BV?

Voor wie geen heil ziet in fondsenwerving, is de BV als alternatief van de stichting het overwegen waard, ook als men een goed doel wil behartigen. Via de AV, aandeelhouders-overeenkomsten en een Raad van Commissarissen, zijn allerlei waarborgen in te bouwen. Met name bij financiering van projecten waarvan de vraag is of het succes gaat hebben, is dit een goede constructie; Nederlandse subsidieverstrekkers zijn strenger geworden ten aanzien van de te behalen resultaten, en wie niet vooraf kan aantonen dat een bepaald project met zekerheid zal slagen, krijgt geen geld (tenzij je naar een fonds gaat dat vooral mediagenieke projecten financiert, zoals de postcodeloterij). Een lening bij de bank is in een dergelijk geval ook onmogelijk. Een investeerder kan dan een betere optie zijn: een project met een goed doel, dat op termijn mogelijk zichzelf terugverdient, kan zo goed gefinancierd worden; door ondanks het goede doel te kiezen voor een BV dus. Wel dient gecontroleerd te worden, of men niet eveneens in aanmerking wil komen voor bepaalde subsidies, die in de voorwaarden toch vereisen dat de aanvrager een stichting is.

Omzetten van BV naar stichting of andersom

Goede doelen die de verkeerde vorm hebben gekozen, kunnen natuurlijk omgevormd worden. Vanuit een BV is dat niet zo ingewikkeld: als alle schuldeisers betaald zijn, en de aandeelhouders het goed vinden, kan het hele vermogen aan een stichting cadeau gedaan worden. Andersom is het lastiger. Het vermogen in een stichting is namelijk statutair gebonden aan een bepaald doel, en mag alleen uit de stichting gehaald worden als er voldoende garanties zijn dat dit zo blijf - wat bij een BV niet snel het geval is, omdat winstuitkering daar is toegestaan. Wat wel mogelijkheid is, is dat alle activa vanuit de stichting verkocht worden aan de BV voor een reële prijs. Het vermogen is dan van activa omgezet in een verkoopprijs, en blijft zo dus beschikbaar voor het statutaire goede doel. Wanneer het totale vermogen van de stichting niets waard is vanwege flinke schulden, dan kan dit dus wel naar een BV verplaatst worden; er wordt dan immers niets aan de stichting onttrokken. Wat in elk geval niet is toegestaan, is dat de activa van een stichting, met een aantoonbare waarde, zomaar in een BV geschoven worden door de oprichters, die zichzelf zo tot aandeelhouders maken. Kringloopwinkels bijvoorbeeld, die soms goudgeld blijken op te leveren, mogen niet zomaar omgezet worden in een BV.