Concurrentie zonder non-concurrentiebeding

Concurrentie zonder non-concurrentiebeding

Concurrentie zonder concurrentiebeding

Stel dat een werknemer denkt: “wat mijn baas kan, kan ik beter.” Hij checkt zijn arbeidsovereenkomst en waarachtig, er staat niets in over concurrentie. Betekent dit dat hij ontslag kan nemen en direct zijn voormalig werkgever de markt uit kan drukken? Op grond van de redelijkheid en billijkheid, moet de voormalig werknemer zich alsnog netjes gedragen. Concurreren met zijn voormalig baas mag wel, maar niet ongelimiteerd. Dat maakt de vraag van belang waar precies de grens ligt.

Wat mag zonder een non-concurrentiebeding?

Wat is toegestaan (als er geen non-concurrentiebeding is) is normale, vrije concurrentie. Het is een algemeen aanvaard uitgangspunt dat de werknemer die niet contractueel gebonden is, na afloop van de arbeidsrelatie vrij is om zich in vrije concurrentie met de werkgever te begeven. Dat betekent echter niet dat alles mag. De Hoge Raad heeft al in 1955 de lijn uitgezet die eigenlijk nog steeds door alle rechters wordt gevolgd. Het houdt in: eerlijk concurreren met de voormalig werkgever mag, maar er is sprake van onrechtmatige concurrentie (waardoor je schadeplichtig wordt) als de voormalig werknemer gebruik maakt van kennis over klanten en prijzen, opgedaan bij de voormalig werkgever, en hij daarmee stelselmatig en substantieel, duurzaam handelsdebiet van de voormalig werkgever afbreekt.

Eerlijk concurreren met je voormalig werkgever

Dit betekent in grote lijnen:

  • De werknemer mag wel de klanten die hem bellen, of die hij toevallig spreekt, vertellen dat hij voor zichzelf gaat beginnen.
  • De klanten mogen er zelfstandig voor kiezen om naar deze werknemer over te stappen.
  • De werknemer mag zelfs een paar minder belangrijke klanten (want dat is niet stelselmatig en substantieel) benaderen voor een kop koffie. Immers, gewone andere concurrenten, zouden dat ook kunnen doen.
  • De werknemer mag daarentegen niet het hele klantenbestand aanschrijven en iedereen vragen met hem mee te gaan.
  • De werknemer mag ook niet de kennis over offertes en dergelijke gebruiken, om de klanten van de voormalig werkgever een net iets gunstiger offerte te sturen.
  • De werknemer mag niet, als hij heel specifiek is ingezet om bepaalde klanten binnen te halen en daarvoor betaald heeft gekregen, die klanten nu weghalen.
  • De werknemer mag niet, als de voormalig werkgever een heel specifieke markt aanspreekt waarop hij (daardoor) amper concurrentie heeft, zichzelf ook uitsluitend richten op deze specifieke groep of markt.
  • De werknemer mag niet de voormalig werkgever zwart maken of afkraken.
  • De werknemer mag niet het voor de werkgever onmogelijk maken om op een eerlijke wijze te concurreren of zijn diensten aan te bieden.
  • De werknemer mag ook geen verwarring zaaien door zoveel op de voormalig werkgever te lijken (qua naam, kleur, logo) dat klanten overstappen doordat ze zich vergissen.

Zit u in een dergelijke situatie en vraagt u zich als voormalig werkgever of juist als voormalig werknemer af hoe een rechter zal oordelen over uw situatie, neem dan contact met ons op.