Aansprakelijkheid en Contracten
Aansprakelijkheidsrecht; wie draagt mijn schade
In het aansprakelijkheidsrecht is het uitgangspunt dat iedereen zijn eigen schade moet betalen. Toch kan het zo zijn dat iemand anders de schade moet dragen, ofwel omdat het diens schuld is, ofwel omdat de wetgever vindt dat het voor diens risico komt, ofwel omdat dit contractueel zo bepaald is. Bij schade begint men bij de vraag of wellicht iemand anders, of zelfs meerdere personen, die schade moeten vergoeden. Bedenk dat aansprakelijkheid van de ene persoon (bijvoorbeeld een werknemer) los staat van de vraag of een ander ook aansprakelijk is (bijvoorbeeld diens werkgever). Hoe meer personen aansprakelijk zijn, hoe beter. De tweede vraag die dient te worden gesteld, is in hoeverre deze aansprakelijke mensen draagkrachtig zijn. Immers, het heeft weinig zin om te procederen tegen iemand die geen verhaal biedt. Overigens moet wel bedacht worden dat een deurwaarder het vonnis ook jaren later nog kan executeren. De derde belangrijke voorvraag is, of er sprake was van een overeenkomst met degene die eventueel de schade moet vergoeden.
Aansprakelijkheid uit contracten
Men is eerder aansprakelijk uit een overeenkomst dan erbuiten, omdat er meer aandacht en zorg verwacht mag worden van iemand waarmee afspraken zijn gemaakt. Daar staat tegenover dat men graag aansprakelijkheid uit de weg gaat met behulp van algemene voorwaarden. Het kan immers om grote bedragen gaan. Anderzijds geldt; als er risico’s zijn bij de uitvoering van een overeenkomst, dan zal een van beide partijen dat risico toch moeten dragen en dan is het logisch om dit contractueel neer te leggen bij de partij die de mogelijkheid heeft om het risico te verminderen, en/of bij de partij die het risico het beste kan verzekeren. Deze risicoverdeling is natuurlijk van invloed op de prijs. Soms maakt de wet het onmogelijk om aansprakelijkheid te verplaatsen. Daarmee worden ondernemers feitelijk verplicht om zich goed te verzekeren. Zo wordt het risico verspreid over veel ondernemers. Risico-collectievering via de wet, noemen we dat. Ook worden afzonderlijke bedrijfsonderdelen wel in verschillende BV’s gestopt, zodat de risico’s van de ene tak niet de andere tak kunnen raken. Met BV’s is ook het privévermogen beter te beschermen, tenzij de ondernemer een oplichter is. Dan is hij op grond van bestuurdersaansprakelijkheid alsnog privé aan te spreken.
Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
De tweede soort, is aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad. Dat houdt in dat iemand iets gedaan heeft dat sowieso niet mag (of er nu een overeenkomst was of niet). Dit is bijvoorbeeld het geval als iemand opzettelijk eigendommen beschadigt, of andermans logo misbruik. Het kan ook zijn dat er schade is omdat bijvoorbeeld de wegenverkeerswet is overtreden. Vaak ook gaat het om kwesties die vallen in de categorie “handelen in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt.” Dat komt erop neer dat wij in Nederland collectief vinden dat zoiets niet hoort. Stel dat op de eerste verdieping van een bedrijfspand waterleidingen springen, dan mag de bewoner op de benedenverdieping niet weigeren om de hoofdkraan dicht te draaien of daar toegang toe te verschaffen. Er is geen enkele wet die hier specifiek over gaat, maar we vinden gemiddeld genomen dat als je zoiets doet, je de schade moet betalen. Rechters hebben met behulp van allerlei categorieën geprobeerd inzichtelijk te maken wanneer je schadeplichtig kan zijn, wanneer niet. Zo zijn er specifieke criteria voor gevaarzetting, hinder of sport &spel. Hiervoor gelden verschillende criteria en dat is logisch, want je mag bijvoorbeeld normaal iemands shirt echt niet scheuren, maar in een bokswedstrijd kan zoiets gebeuren.
Wettelijke aansprakelijkheid
Bij aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad heeft degene die moet betalen schuld (of vinden we in elk geval dat het voor zijn risico komt, zoals iemand met weinig rijervaring). Daarnaast zijn er allerlei gevallen waarin er geen schuld is, maar de wetgever heeft vastgesteld wie moet betalen; bijvoorbeeld omdat diegene ook voordelen geniet van hetgeen risico oplevert. Bijvoorbeeld de werkgever, die geld verdient aan zijn werknemers, moet betalen als daarbij iets fout gaat. Bovendien is de werkgever beter in staat om schade te voorkomen, door veiligheidsmaatregelen af te dwingen en hij kan beter verzekeringen afsluiten en dit verdisconteren in de prijs van zijn producten. Werkgevers-aansprakelijkheid kent twee vormen; ten opzichte van de werknemers zelf en ten opzichte van anderen vanwege fouten van werknemers. Via een gelijksoortige redenering, zijn mensen aansprakelijk voor hun roerende en onroerende zaken; de eigenaar van het restaurant met de wipkip profiteert daarvan, maar is ook de meest geschikte persoon om in de gaten te houden of het speeltoestel niet versleten is. Behalve het scheiden van bedrijfsonderdelen in verschillende rechtspersonen, en het inperken van aansprakelijkheid in een contract of de algemene voorwaarden, is het dus ook verstandig voor ondernemers om regelmatig door het bedrijf te lopen, om te bedenken wat er fout kan gaan en hoe schade niet juridisch, maar juist feitelijk voorkomen kan worden.
Conflicten over contracten
Als gesteld, ook het feit dat er een overeenkomst is gesloten, is van invloed op de aansprakelijkheidsverdeling. Daarnaast is het contract natuurlijk heel belangrijk voor de vraag waar partijen nu eigenlijk exact toe verplicht zijn, onder welke voorwaarden en tegen welke termijn. Mensen gaan dagelijks bewust en onbewust mondelinge contracten aan. Voor zover we vinden dat deze afspraken bij een rechter afgedwongen moeten kunnen worden, is het contractenrecht daarop van toepassing. Maar ook als er een uitgebreide schriftelijke overeenkomst ligt, kunnen er conflicten ontstaan, doordat er niets is afgesproken over wat er nu speelt, partijen het niet eens zijn over hoe de overeenkomst moet worden geïnterpreteerd, of de afspraken wel helder zijn, maar iemand alsnog niet kan of wil nakomen. Er zijn bijvoorbeeld heel wat rechtszaken geweest tussen partijen die door de lockdowns in moeilijkheden kwamen. Het is echter ondoenlijk en te duur om alles wat er eventueel kan gebeuren, contractueel uit te onderhandelen. Ook noodsituaties of oplichting zijn niet te voorkomen met een goed contract. Echter, de conflicten over de vraag wat er nu eigenlijk is afgesproken, zijn weldegelijk te voorkomen. Mr Vlieger stelt contracten op, controleert bestaande contracten, maakt deze leesbaar of procedeert erover. Daarbij denkt ze mee met de ondernemer over kostenefficiëntie en andere wegen dan de juridische.